De pionier

Eind 2012 kwam Renault met de Zoe op de markt, één van de allereerste echt inzetbare EV’s. De auto kreeg toen een elektromotortje met 88 pk en een batterijpakket van 22 kWh waarmee hij een voor die tijd respectabele 150 kilometer kon afleggen. Zijn formaat was iets langer en hoger dan dat van de Renault Clio, wat de Zoe tot een bruikbaar alternatief voor de conventionele auto maakte zolang je niet te ver moest zijn en niet te veel volk of materieel diende te verplaatsen.

Sindsdien is het segment van de elektrische auto’s echter grondig veranderd, en de Zoe is gelukkig mee geëvolueerd. De eerste updates voorzagen de auto van een groter batterijpakket en meer snellaadmogelijkheden, en een latere facelift friste daarnaast ook het design, zowel vanbinnen als vanbuiten, zodanig op dat je bijna van een nieuw model kon spreken. Zo ziet de Renault Zoe er anno 2021 niet alleen modern uit maar haalt hij ook zo’n 395 kilometer aan rijbereik uit zijn batterij van 52 kWh en biedt de topversie een vermogen 135 pk. Eén ding bleef echter al die tijd onveranderd en dat is het formaat.

Zuiver en uitsluitend elektrisch

Daar biedt Renault nu een oplossing voor in de vorm van de Mégane E-Tech Electric. Die naam herkennen we natuurlijk al decennia als Renaults populaire C-segmenter, maar de Golf-rivaal wordt nu voor het eerst gepresenteerd als zuiver elektrisch model. En dat ‘zuivere’ mag je letterlijk nemen, want deze Mégane staat op een platform dat enkel en alleen voor EV’s ontwikkeld werd. Zo richt deze Renault zijn pijlen niet zozeer meer op de Volkswagen Golf maar eerder op de ID.3 van datzelfde merk.

Het platform van de Mégane E-Tech Electric luistert naar de naam CMF-EV en zagen we al verschijnen onder de koets van de Ariya, een elektrische crossover die Nissan enkele maanden geleden voorstelde. De Renault is echter bijna 40 centimeter korter en aanzienlijk lager dan zijn Japanse concerngenoot, wat van de twee geen rechtstreekse concurrenten maakt. Voor de kofferruimte heeft dat natuurlijk wel zijn gevolgen, al slaat de Mégane ook daar geen slecht figuur. Zo biedt de Renault 440 liter tegenover de 468 liter van de Nissan.

De aandrijflijn blijft wel herkenbaar, al is er ook hier een cruciaal verschil. Zo is de Mégane net als de Ariya verkrijgbaar met een 60 kWh-batterij die zijn stroom stuurt naar een elektromotor van 218 pk op de vooras, maar is dat dan meteen de topversie. Daaronder vinden we bij Renault nog een exemplaar met 40 kWh in de vloer en een vermogen van 130 pk.

Steeds up-to-date

De Mégane E-Tech Electric met grote batterij komt volgens de WLTP-cyclus zo’n 470 kilometer ver en die met 40 kWh-pakket zou 300 kilometer kunnen afleggen op één lading stroom. Daarna kan de elektrische Renault opladen aan verschillende snelheden, van 3,7 kW in een thuisstekker tot 22 kW aan de publieke laadpaal. Ook snelladen wordt voorzien tot snelheden van 130 kW, al geeft Renault nog niet aan of dit ook standaard bij de wagen inbegrepen zit.

Ook binnenin is de technologie klaar om het tegen de concurrentie op te nemen. Zo krijgt de Mégane E-Tech Electric een dashboard dat zich op elke manier onderscheidt van dat van de reguliere Mégane, laat staan gelijk welke andere auto van het merk. Achter het enorme aanraakscherm van 12 inch schuilt Renaults nieuwe OpenR Link-systeem. Dat werd door Google ontwikkeld en is gebaseerd is op de Android-interfaces die we van heel wat smartphones gewend zijn. Daardoor is het systeem vlot compatibel met je smartphone en krijgt het ook over-the-air-updates om steeds actueel te blijven.

De Renault Mégane E-Tech Electric werd begin september voorgesteld op het IAA in München. Prijzen zijn nog niet gekend, maar we mogen de auto rond maart 2021 bij de dealer verwachten.